Passie

Ze lieten me gewoon mijn gang gaan

Henk kwam uit een groot gezin, er waren 7 kinderen. Ze woonden in een klein huisje in een Overijssels dorp. Julia vertelt erover: “Zo lang ik me kan herinneren had ik een afkeer van al die drukte om me heen, het gekrioel en het lawaai van al die kinderen. Er was ook vaak ruzie, mijn ouders hadden geen goed huwelijk. Ik heb al heel jong geleerd om me af te sluiten, om in mijn eigen wereldje te leven. Het liefste ging ik naar mijn opa en oma, die dichtbij woonden. Daar voelde ik mij veilig. Ik kon daar ook gewoon met poppen spelen. Dat vonden ze niet raar. Of misschien vonden ze het wél raar, maar ze lieten me gewoon mijn gang gaan”.

Te groot om klappen te krijgen

“Op de kleuterschool was ik een bozig en driftig kind. De juf gaf mij straf: ik moest met mijn hoofd onder de koude kraan. Op de lagere school werd ik het braafste jongetje van de klas, maar ook daar wisten ze van straffen: ik moest mijn hand ophouden en kreeg klappen met de liniaal. Pas in de puberteit werd ik opstandig, vooral tegenover mijn vader. Hij was een rechtlijnige man, die ook nog eens streng gelovig was opgevoed. Hij had een duidelijke opvatting over goed en kwaad. Vooral over kwaad natuurlijk. En ik? Ik was toen al bezig met ongewone kleding. Als een daad van verzet kocht ik eens een paar bronsgroene puntschoenen, ik zie ze nog zó voor me. Mijn vader was razend. Dat beviel mij wel. Ik was inmiddels te groot geworden om nog klappen te krijgen”.

Baby
Muziek

Een echte kerel om te zien

De jaren daarna ging Henk gewoon met de stroom mee. Hij was wel een echte kerel om te zien, hij had een baard en een wilde bos haar. “Maar diep in mijzelf had ik er een hekel aan om een man te zijn. Ik wist zelf absoluut niet waar dat gevoel vandaan kwam, maar eigenlijk wilde ik liever een vrouw zijn”. Dat waren natuurlijk verboden gevoelens, zeker in het milieu waarin hij opgroeide. “Dus negeerde ik die gevoelens. Dat lukte toen nog.”

De arts wilde mij afkeuren

Hij ging naar de ambachtsschool, net zoals zijn vader en zijn broers, en werd timmerman. Aan de slag in de bouw. En daar begon het mis te gaan. “Ik voelde me niet thuis in die mannenwereld. Ik kon ook niet meepraten over voetbal of vrouwen, ik voelde me een buitenstaander. Toen kreeg ik ook de eerste lichamelijke klachten, ik werd angstig, ging hyperventileren en raakte overspannen. Bij de controlearts vertelde ik over mijn gedachten om een vrouw te willen zijn. De arts wilde mij afkeuren, maar daar was ik tegen. Ik stopte gewoon met werken, en zegde mijn baan op. Ik was toen 24 jaar, was getrouwd en had een kind. Jennie, mijn vrouw, kon er gelukkig wel begrip voor opbrengen. Zij was onderwijzeres en kon voor de nodige inkomsten zorgen. Ik werd huisman”. Henk ging studeren, deed eerst de avond Mavo en daarna de Sociale Academie. Van LBO naar HBO, het was een sprong in zijn ontwikkeling. Na vier jaar studie had hij het diploma Sociaal-cultureel werker. Maar inmiddels was er politiek zoveel veranderd dat hij geen werk meer kon vinden in het beroep waarvoor hij had gestudeerd. Jennie bleef kostwinner.

We hielden gewoon van elkaar

Julia vertelt verder over vroeger: “Ik leerde Jennie kennen toen ik 18 jaar was. We waren verliefd, allebei. Ik wist toen al wel dat ik op vrouwen viel. Verder deed ik alsof “het” niet bestond. Ik had er ook niet zo’n duidelijk beeld van. Het waren alleen maar gevoelens. Gevoelens, die ik niet begreep en waarover ik dus niet nadacht. We trouwden gewoon en kregen een dochter. Ik was 22 jaar toen ik voor het eerst aan Jennie vertelde dat ik eigenlijk altijd een meisje wilde zijn. Op dat moment kwam ik ‘een beetje uit de kast’. Zij reageerde daar gelukkig niet negatief op. We hielden gewoon van elkaar, eigenlijk waren we een goed stel”.

Ik wilde alleen maar vrouw zijn

“In die tijd was ik al bezig om mij vrouwelijker te kleden: broeken met ritsjes, gebloemde blouses. Mijn baard was eraf en ik schoor mijn hoofd kaal. Soms droeg ik een pruik. Ik deed ook make-up op, versierde mijn ogen met ‘koningsblauwe mascara’ en liep zo door de winkelstraat van Meppel”. Jennie kon dat allemaal verdragen, maar hij stopte er onmiddellijk mee toen zijn dochter van 13 op straat niet meer naast hem wilde lopen. “Uiterlijk ging ik weer de kast in, maar de gevoelens bleven. Die heb ik nog lang onderdrukt en daar betaalde ik een hoge prijs voor.’’

Hoe moest het met hun huwelijk?

Jarenlang was Henk depressief, hij werd ook een paar keer opgenomen. Hij had zelfmoord gedachten, ging medicijnen opsparen en stond bij de spoorrails. “Maar verder ging ik niet, ik wilde niet dood. Ik wilde alleen maar een vrouw zijn. Dat verlangen werd steeds sterker”. Hoe moest het in vredesnaam met hun huwelijk? “We hielden van elkaar, maar dat ik erover dacht me te laten opereren ging Jennie te ver. Ze heeft een heleboel verdragen, maar niet dat zij uiteindelijk met een vrouw getrouwd zou zijn”. Er kwam een eind aan hun huwelijk. Jennie bleef in Meppel wonen, hun dochter studeerde in Groningen en hij verhuisde naar Zwolle. Het was 1996, hij was 49 jaar.

Het was een noodzaak geworden

Toch duurde het nog vele jaren voordat hij bij het VU Medisch Centrum terecht kwam voor een geslachtsverandering. Hij was al 60 jaar toen hij begon aan de eerste stap van zijn transitie: gesprekken met een psycholoog. Twee jaar lang. Daarna een jarenlange behandeling met vrouwelijke hormonen. 65 jaar was hij toen hij werd geopereerd. Hij had toen al langer als man geleefd, dan dat hij ooit nog een vrouw zou kunnen zijn. “Toch nam ik die beslissing, het was een noodzaak geworden,” verklaart Julia.

Superkorte rokjes

Dat gebeurde ook officieel: in haar nieuwe paspoort kwam een V. te staan. En ze ging helemaal los in vrouwenkleren. “Ik kocht bh’s in een speciaalzaak en zei gewoon dat ze voor mijzelf waren. Het kon mij niks schelen wat de verkoopster daarvan vond. Ik had pumps met buitengewoon hoge hakken, ik droeg superkorte rokjes. Een zwarte panty eronder, een zwierige hoed op mijn hoofd en lekker uitbundig opgemaakt”. Ze genoot van haar nieuwe leven. Ze ging vaak uit, flirtte en werd een paar keer verliefd. “Het bleven wel losse contacten, ik heb nooit weer een vaste relatie gehad. Misschien was het daarvoor ook te laat”, veronderstelt Julia. “Ik woonde toen in de Kamperpoort en heb daar nooit problemen gehad door mijn uiterlijk of leefwijze. Ik voelde mij geaccepteerd als vrouw”. Dat was buiten de wijk wel anders: ze werd een keer bijna klemgereden, in winkels werd ze soms spottend ‘meneer’ genoemd.

‘Ik heb een lange weg afgelegd’

Inmiddels zijn de seksuele gevoelens afgenomen. “Ik voel me nog wel steeds een vrouw, maar hoef dat niet meer uit te dragen. Ik loop nu meestal in een lange broek met een slobbertrui, en ik maak me ook vaak niet meer op,” vertelt ze. “Het hoeft niet meer”. Ze is een paar keer verliefd geweest, maar dat was niet wederzijds. “Ik heb nu één heel goede vriendin, die niet lesbisch is. Het is een platonische liefde”. En ze heeft nog steeds een goed contact met Jennie en hun inmiddels volwassen dochter. Julia kijkt terug op haar leven: “Ik heb een lange weg afgelegd. Een groot deel van mijn leven ben ik zoekende geweest. Het heeft allemaal heel lang geduurd, maar ik heb nooit spijt gehad van mijn beslissing om ook lichamelijk een vrouw te worden”.

Baard
Julia Peperbus

Er heeft altijd een vrouw in mij gewoond