Toen

Nee, hij was geen macho

Gino is 47 jaar en geboren in Paramaribo. Hij heeft in Suriname gewoond tot zijn 19e jaar. “Ik had geen gemakkelijke jeugd. Ik was enig kind en mijn vader vond dat ik een echte macho moest worden”. Maar toevallig zat de kleine jongen een beetje anders in elkaar. “Ik was wat zachter van aard”, vertelt Gino. Zijn vader wou dat ’wijvengedoe’ er wel uitrammen, en dat was ook wat hij deed. “Ik ben veel geslagen, ik denk omdat ik niet zo stoer was. Omdat ik niet van vechten hield”. Maar slaan hielp natuurlijk niet. “Toen gaven ze mij een kruidenbehandeling en nog later werd er voodoo ingezet. Allemaal voor niks”. Maar het liet wel diepe sporen na in de kleine Gino. Die kreeg al heel jong het gevoel dat hij niet deugde, dat er iets grondig mis was met hem. Ook op school werd hij gepest, gewoon omdat hij ànders was. Hij groeide op als een eenzaam kind.

“Ik was 8 jaar toen ik werd meegenomen naar een kleermaker”, vervolgt Gino. “Er moesten nieuwe kleren komen, dus lagen er boeken met voorbeelden. Voor kinderkleren, maar ook voor volwassenen. Met foto’s van mooie mannen erbij. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden”. De kleine Gino keek gefascineerd naar al die mannenlijven. Naar die strakke broeken.

“Met een jaar of 11 kreeg ik seksuele belangstelling voor jongens. Toen mijn vader dat in de gaten kreeg verbood hij elke vriendschap met jongens. Maar ik zocht stiekem toch contact. Ten einde raad zette mijn vader zijn laatste redmiddel in: hij stuurde mij naar Nederland. Daar zou ik die kuren wel afleren”. Er woonde een tante in Den Haag en zij wilde Gino tegen betaling wel in huis nemen. Ze zou goed voor hem zorgen ...

‘Het werd overleven’

De kat op het spek

Tante zei dus ja, maar wat ze deed was nee. Gino vertelt erover: “In de buurt waar wij woonden zat een groentewinkeltje. De eigenaar was homo en iedereen wist dat. Mijn tante liet mij daar vaak fruit en groenten halen. Maar zelf was zij fel tegen homo’s, waarom stuurde zij mij daar dan heen? Waarom niet gewoon naar de supermarkt? Dat was omdat de man mij de groenten gratis gaf. In ruil daarvoor moest ik vaak bij hem langskomen, zelfs als we niets nodig hadden. Ook na sluitingstijd moest ik bij hem komen”. Het was het begin van de prostitutie die een groot deel van Gino’s verdere leven heeft bepaald. “Maar ik wilde niet alles doen wat de man van mij vroeg. Ik ging steeds minder vaak langskomen en toen moest ik gewoon betalen voor de groenten. Dat viel verkeerd, mijn tante zette mij de deur uit”. Gino kon nog even bij zijn nicht, de dochter van de tante wonen. “Maar ook dat duurde niet lang. Midden in de winter werd ik ’s nachts op straat gezet. Waar moest ik heen? Ik woonde in een vreemd land, ik kende niemand die mij kon helpen”. Hij deed dus wat hij inmiddels geleerd had: zijn lichaam verkopen aan hongerige mannen.

Hij belandde overal en nergens

Zo heeft hij zich een hele tijd in leven gehouden. Soms ontstond uit een klantcontact een persoonlijke relatie. Dan klikte het en bleef hij langer dan een paar dagen. “Dat kon maanden duren, soms zelfs een paar jaar,” vertelt hij. “Zo kwam ik terecht in verschillende Nederlandse steden. Ik belandde zelfs in België, daar heb ik wel 12 jaar gewoond.” Maar hij zat voortdurend in een onzekere positie. “Als de relatie strandde stond ik weer alleen en moest ik gelijk een ander onderdak zoeken”.

Altijd afhankelijk van iemand anders

Gino vertelt verder: “Ik moest ook voorzichtig zijn in verband met mijn verblijfsstatus. Want doordat Suriname een onafhankelijke staat was geworden was ik in feite een illegaal. En ik had dan wel een inkomstenbron, maar die was erg onzeker, ik bleef altijd afhankelijk van iemand anders”. Dat pakte een keer helemaal verkeerd uit: hij ontmoette weer eens een klant die om hem leek te geven, die hem leek te willen helpen. “Ik trok bij hem in, maar het bleek foute boel: op een dag stond de IND op de stoep”. Gino werd opgepakt en naar Suriname gestuurd. “Ik was weer terug bij af”. Jaren later veranderde er iets in de politiek. De Nederlandse regering besloot dat mensen die geboren waren in Suriname, toen dat nog een Nederlandse kolonie was, een Nederlands paspoort konden krijgen. Gino maakte daar dankbaar gebruik van: “Ik was dolgelukkig, ik kwam als opnieuw geboren terug in Nederland, ik hoorde er nu helemaal bij!”

Gino balkon

Men on heels

Gino rekent zichzelf tot de categorie ‘Men on heels’: Mannen op hakken. Maar wat is dat precies? Is dit een nieuwe categorie, naast de LHBTIQ? Gino lacht: “Wat mij betreft wél, ik ben ervóór dat het erkend wordt. Zelf ben ik er dol op om op hoge hakken te lopen. Daar hoeft geen jurk bij, geen pruik of make-up, geen veren boa, niks van dat alles. Ik draag gewoon een spijkerbroek, wel een strakke natuurlijk, want ik moet mijn schoenen goed kunnen zien. Soms zelfs draag ik een 3-delig pak met stropdas, en daarbij dan die elegante pumps met 10 centimeter hoge hakken. Whauw!” Gino is een echte fan. Sommige ‘men on heels’ dragen ook nog plateauzolen onder hun schoenen, maar daar houdt Gino niet van. “Ik heb het liefste platte zolen, die vind ik eleganter”.

Schoenen in felle kleuren

De geschiedenis van mannen op hakken gaat ver terug. De allereerste aanwijzingen zijn te vinden op oude Egyptische muurschilderingen van 3500 vóór Christus. Die laten zien dat hoge hakken gedragen werden door zowel mannen als vrouwen van adel. Die vonden dat ze daardoor letterlijk en figuurlijk op een ‘hoger niveau’ stonden dan gewone mensen. In het middeleeuwse Perzië hadden hoge hakken vooral een praktisch nut: als rijschoen voor mannen te paard, omdat je met de hak meer grip had op de stijgbeugels. Deze schoenen, die vaak felle kleuren hadden, trokken de aandacht van Europese koningen. En zo begon de hoge hak voor mannen aan een opmars in Europa. Er bestaan nog schilderijen van Lodewijk IV waarop hij hoge hakken draagt. Het duurde tot ver in de 18e eeuw. Toen stopten mannen ermee. Zelfs vrouwenschoenen met hoge hakken raakten uit de mode. In die tijd werd het belangrijker gevonden dat schoenen comfortabel waren. En dat waren die hakken bepaald niet.

Dan verkleed ik mij in Surinaamse kostuums

“Ik draag die hakken natuurlijk niet elke dag”, verzekert Gino. “Maar ik mag mezelf er wel graag op laten zien. Ik verzorg zelfs optredens ermee. Dit najaar heb ik een performance in het wijkcentrum Holtenbroek. Maar ik heb ook nog een andere hobby. Ik kook graag Surinaams eten voor andere mensen. Bij voorbeeld als er ergens een feestje is, dan vragen ze mij om daarvoor wat speciaals te koken. Dan ga ik roti’s maken, of pindasoep, of gebraden kip, of iets anders uit de Surinaamse keuken. Ik zorg ervoor dat alles in orde is, dat er voldoende is, en natuurlijk dat het heel lekker is. Meestal ben ik zelf ook op zo’n feest te vinden. Gezellig samen eten, met muziek en dansen”. Hij doet er ook wel eens een act, dan verkleedt hij zich als ‘Moeder Suriname’ in een prachtige outfit. Hij vindt: “Elk land is een moederland, moeders zorgen voor de kinderen”. Gino wil ook graag andere mensen helpen. Dat is ook de reden dat hij wil meewerken aan een interview. “Je weet maar nooit hoe iemand anders, iemand die je helemaal niet kent, in de problemen zit. Als zo iemand mijn levensgeschiedenis leest kan dat hem (of haar) misschien wel helpen. Ik heb zelf ook diep in de ellende gezeten, maar je kunt eruit komen”.

‘Ik word mooier van binnen’

Hoe denkt Gino eigenlijk over de toekomst? Ziet hij op tegen het ouder worden? “Met mijn familie heb ik geen contact meer, ik heb er ook geen goede herinneringen aan. Maar mijn leven verbetert en dat zal verdergaan, omdat ik veel meer praat over alles wat me bezighoudt. Het helpt me als ik tussen de mensen ben, ik word er mooier door van binnen. Ik ben een mensen-mens, ik ben niet meer alleen.”

Nu

Mannen op hoge hakken